In hoeverre is een feitelijk onjuiste naam voor iets daadwerkelijk een issue als iedereen heel goed begrijpt wat er mee wordt bedoeld? Tegelijkertijd kan een ‘verkeerde’ naam onder critici leiden tot irritatie en onbegrip. Het gevaar dat hierachter schuilt, is dat er een discussie ontstaat over een term in plaats van over de daadwerkelijke inhoud. Het Nieuwe Werken is zo’n voorbeeld hiervan.
Volgens Van Dale betekent ‘nieuw’: nog niet lang bestaand, pas gemaakt, pas verschenen, en ook: tot nog toe onbekend. Met deze definitie als uitgangspunt hebben de critici gelijk, want Het Nieuwe Werken bestaat in Nederland al zeker meer dan twintig jaar én een groot deel van werkend Nederland weet precies wat dit inhoudt.
Early adapters openen deuren van Het Nieuwe Werken
Deze critici zijn veelal de early adapters, de groep mensen die vooruitloopt op de massa als het gaat om het in gebruik nemen van een nieuw product of dienst. Kort door de bocht genomen zijn zij degene die bepalen of iets wel of niet een blijvend succes gaat zijn. Dat een groot deel van werkend Nederland nu zweert bij Het Nieuwe Werken is aan hun te danken. In de begintijd werd het alleen nog niet Het Nieuwe Werken genoemd. We hadden het over termen als telewerken, flexibel werken en een enkeling over plaats- en tijdonafhankelijk werken.
Marktmechanisme als vliegwieleffect
Hoe komt het dan toch dat deze werkwijze tegenwoordig in de volksmond Het Nieuwe Werken wordt genoemd? Dit heeft alles te maken met het marktmechanisme. Na de eerste bewezen successen dienden experts op dit vlak zich aan. Zij claimden een nieuwe manier van werken en verkochten hun kennis hierover aan bedrijven. De maatschappij kon er niet langer omheen en zie hier, Het Nieuwe Werken werd en is nog altijd het toverwoord dat velen brood op de plank brengt.
Daarnaast valt er toch ook wel iets te zeggen wat wel degelijk pleit voor een juist gebruik van de term. De early adapters waren weliswaar een van de eerste, maar hadden veelal geen (groot) bedrijf achter zich staan. Voor een eenpitter of een kleine MKB’er was het met de komst van allerlei technologieën al snel een logische stap. Veel grote bedrijven ervaren deze stap als een stuk ingrijpender, waardoor zij pas veel later volgden. Voor deze bedrijven is het dus wel degelijk nieuw.
Het Nieuwe Werken: Het Oude Werken, maar dan goed
Niet alleen door de praktische en technologische aanpassingen is de invoering voor dergelijke bedrijven verstrekkend. Juist ook vanwege de ingeburgerde managementstijlen – waarbij Controle het sleutelbegrip is. Werken volgens een geheel ander principe, een principe dat gericht is op het managen van output, is nieuw voor de meeste managers en vergt daardoor heel wat tijd en geduld. En dat terwijl een bedrijf alleen maar succesvol kan zijn als de output uitstekend is. Dit is weer verre van nieuw, maar decennialang wel een ondergeschoven kindje geweest doordat er te veel nadruk is gelegd op processen op de werkvloer.
Met de druk vanuit de maatschappij kunnen managers niet langer om flexibel werken heen. Het gevolg is dat met de invoering van Het Nieuwe Werken pijnpunten boven komen. Niet alle managers blijken, als ze letterlijk ‘op afstand’ zijn, zulke goede leiders als altijd gedacht… Een gevoelige constatering, maar wel een die op termijn tot betere bedrijfsresultaten leidt.
Voorstel voor een nieuwe terminologie voor Het Nieuwe Werken: Het Oude Werken, maar dan goed!
Marianne Sturman
Directeur Moneypenny
Dit artikel is ook gepubliceerd op hetnieuwewerkenblog.nl