Op 6 augustus 2010 schreef het Financieele Dagblad over Moneypenny: “Vroegbloeier in de thuiswerkmarkt krijgt eindelijk echte concurrentie”. Toen Moneypenny 10 jaar geleden startte, was het echt pionieren. Inmiddels schieten de concurrenten als paddenstoelen uit de grond en gaat Moneypenny een nieuwe fase in. Het FD sprak met oprichter en directeur Marianne Sturman over de eerste 10 jaar en over de toekomst. Hieronder enkele citaten uit het artikel. Het volledige artikel staat op de site van het FD.
” Was het voor Moneypenny jarenlang vechten om omzet te draaien, nu thuiswerk een steeds grotere omvang heeft gekregen, schieten de concurrenten als paddenstoelen uit de grond. Het Nieuwe Werken, of het plaats- en tijdonafhankelijk uitvoeren van kantoorwerkzaamheden, staat tegenwoordig op de agenda van veel organisaties. Voor Sturman is ondernemen een nieuw spel geworden nu de kaarten anders liggen. ‘Het voelt bijna als opnieuw beginnen.’
Vroegbloeier
Als vroegbloeier heeft Moneypenny lang vrij spel gehad. Hoewel de onderneming vanaf dag één klanten heeft gehad, betrad het bedrijf uit Abcoude de markt met een idee waar de meeste klanten niet op zaten te wachten. Vooral de eerste twee jaar waren moeilijk. Inmiddels draait Moneypenny een omzet van euro 2,5 mln, heeft het een bestand met ruim zevenduizend uitzendkrachten en klanten in allerlei sectoren. Zo worden de verslagen van de Tweede Kamer digitaal geregistreerd en thuis uitgewerkt, onder meer door de virtuele assistenten van Moneypenny. Bovendien is Sturman bezig met een grote klant die overweegt zijn servicecentrum volledig in te richten met virtuele assistenten. ‘Als dat slaagt, zitten we gebakken’, zegt de onderneemster.
Verdubbeld
Uit het meest recente onderzoek naar telewerk, een belangrijk onderdeel van het Nieuwe Werken, van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat deze werkvorm een vlucht heeft genomen. Tussen 2003 en 2007 is het aantal telewerkers verdubbeld. In 2007 had de helft van de Nederlandse bedrijven mensen in dienst die thuis werkten met behulp van ICT. Dat het thuiswerkconcept van de grond is gekomen, blijkt ook uit de toenemende concurrentie voor Moneypenny. Sinds een jaar of twee merkt Sturman dat ze er serieuze concurrenten bij krijgt. Die concurrentie komt vooral van kleine ondernemers, vaak vrouwen, die hun eigen bemiddelingsbureautjes opzetten. ‘Maar onze klanten worden ook benaderd door de grote uitzendbureaus.’
Concurrentie
In zekere zin is Sturman blij met de opkomst van concurrentie. ‘Het creëert een markt. Nu moet ik ervoor zorgen dat Moneypenny de voorkeurspartner wordt, en ook blijft.’ Om haar inhoudelijke voorsprong te bewaken. houdt ze zich vooral bezig met de recentelijk opgerichte consultancytak van haar bedrijf. ‘Nu meedenken aan het concept van samenwerken op afstand is cruciaal om een speler van betekenis te worden.’
Investeerders
Om haar naam definitief te vestigen werkt Sturman bovendien hard aan het binnenhalen van nieuwe klanten. Deed ze dat tot nu toe alleen, vanaf volgende maand heeft Moneypenny een verkoper in dienst. ‘Klanten enthousiasmeren blijft hard werken. Nog steeds putten we veelal uit ons netwerk.’ Als de professionalisering van de verkoop succesvol is, wil Sturman haar onderneming, die nu vijf vaste medewerkers telt, uitbreiden met een salesteam. Gewend aan organische bedrijfsgroei twijfelt ze over de financiering van de nieuwe groeifase. ‘Moneypenny is nooit gefinancierd geweest met vreemd vermogen. Maar wil ik over vijf jaar een omzet van euro 10 mln draaien dan moet ik misschien toch op zoek gaan naar investeerders.’ ”
Bron: FD.nl